‘Ex. Over een land dat
zoek is’ is de titel van een recent uitgegeven boek van de Belgische slavist en
politicoloog Peter Vermeersch. De titel verwijst naar voormalig Joegoslavië. In
tien hoofdstukken verhaalt Peter Vermeersch van zijn reizen door Kosovo,
Servië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Macedonië en Slovenië.
Zijn boek begint in
Brussel waar hij de dochter van een in Brussel vermoorde Kosovaarse
mensenrechtenactivist ontmoet. Ontmoetingen vormen de kern van dit boek. En hij
ontmoet nogal wat mensen. Vrienden, kennissen en collega-wetenschappers, en
vrienden en familie van die vrienden en kennissen. Al deze ontmoetingen leveren
Peter Vermeersch veel stof voor verhalen en reflecties.
Peter Vermeersch is
nieuwsgierig en is blijkbaar overal een geziene en welkome gast. Hij praat met gewone
en minder gewone mensen over hun (vaak ongewone) leven voor, tijdens en na de
oorlogen, over hun levensomstandigheden, over sport en muziek, over politiek en
religie, over hun dromen en hun liefdes. Mensen die proberen het hoofd boven
water te houden in een land met een veelbewogen, nog niet vergeten,
geschiedenis.
Peter Vermeersch reist
vanuit Pristina naar Pejë (Peć), vanuit Triëst en door Istrië langs de
Kroatische kust, vanuit Vojvodina langs de Donau naar Oost-Servië, van Zagreb
via Banja Luka naar Tuzla, en vanuit Belgrado naar het Griekse schiereiland
Mount Athos. Ook verblijft hij kortere of langere tijd in verschillende steden waaronder
Pristina, Skopje, Belgrado, Sarajevo en Ljubljana.
Naar Tuzla reist hij om
Zijo te ontmoeten die als achtjarig jongetje een aanval door een
paramilitaire bende in uniformen van het Joegoslavische leger overleefde. Zijn
hele dorp werd uitgemoord, inclusief zijn vader, zijn zwangere moeder, zijn
broer en zijn zes zussen. Wonder boven wonder overleefde hij de aanval. Tot
zijn achttiende werd hij opgevoed in sanatorium Igalo in Montenegro. Nu heeft
hij een baantje als keukenhulp in een hotel in Tuzla.
Het hoofdstuk waarin Peter
Vermeersch verhaalt van zijn reis naar het Servische klooster Hilander op Mount
Athos springt er daartegenover uit door zijn lichte toon. Peter Vermeersch
maakte deze reis per auto, als gast van de Servisch-orthodoxe priester Vitomir
(de chauffeur) en zijn twee zonen. Op de vraag hoeveel glaasjes rakija je
tijdens de vasten mag drinken weet zoon Milanko het antwoord: ‘Eén rakija in de
naam van de Vader, ééntje in de naam van de Zoon, en ééntje in de naam van de
Heilige Geest.’ Ze nemen vanuit Belgrado de populaire snelweg naar de
‘Servische kust’ in Noord-Griekenland. In Servië wordt deze weg ‘Snelweg van
Broederschap en Eenheid’ genoemd en in Macedonië (voorspelbaar) ‘Snelweg
Aleksander de Grote’. Langs Thessaloníki rijden ze naar Ouranoupolis (het
laatste dorp vóór het vrouwen en toeristen ontoegankelijke schiereiland), en varen
ze het laatste stuk naar de heilige berg.
De toon van het boek is veelal
nuchter en feitelijk, soms een tikje weemoedig, maar altijd liefdevol. Er zijn
nauwelijks of geen politieke analyses te vinden. Dat levert een boek op dat,
mede door de prettige schrijfstijl, een boeiend en gevarieerd inzicht geeft in
het dagelijkse leven in ex-Joegoslavië.
In het boek zijn ter
illustratie geen foto’s opgenomen. Voor begeleidende foto’s verwijst Peter
Vermeersch in zijn nawoord naar www.overeenlanddatzoekis.com.
(Klik op een foto en een begeleidende tekst plus een verwijzing naar een bladzijde
in het boek verschijnt.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten